Nelson Lakes, Marlborough Sounds
Door: Eef
Blijf op de hoogte en volg Eva
26 Mei 2014 | Nieuw Zeeland, Auckland
In plaats van Nelson Lakes zijn we eerst drie dagen naar de Marlborough Sounds geweest. De campervan is een oude versie van de Spaceships en het ding is echt een krakbeest. Maar daarentegen is het bed comfortabel en het enige wat echt een issue is, is in de ochtend de ventilatie: alles is beslagen ondanks dat we meerdere ramen open hebben. Maar goed, dat gezegd hebbende, zijn we on the road. We stoppen bij een zeehonden broedplaats en daarna rijden we helemaal door tot aan Blenheim. Daar doen we boodschappen voor drie dagen, want de Marlborough Sounds zijn afgelegen en hebben weinig tot niks aan faciliteiten. Daarna hebben we besloten – unaniem – om met onze krak campervan helemaal naar het uiterste puntje te rijden van de Sounds, meer dan 60 km over een zandweg. Dat wordt lachen! We komen net voor het donker aan bij French Pass, het uiterste puntje van de Sounds met uitzicht op kusten, de zonsondergang en de roze wolken en de immense hoogteverschillen along the way. We dachten in the middle of nowhere terecht te komen, maar blijkbaar is het uiterste puntje meer gebonden aan civilization als we dachten, want er is maar liefst een supermarkt(je) en een benzinepomp (ik heb maar niet gevraagd hoe duur de benzine hier is). We hebben ons eigen gaskokertje en maken maar liefst een gezonde maaltijd. Daarna is het ijskoud buiten en zijn we noodgedwongen om om 19.00 uur al in bed te kruipen. Kinderbedtijd is hier zeer toepasselijk, ook voor ons volwassenen. De volgende ochtend rijden we de berg weer op, nadat we een kleine wandeling hebben gemaakt met uitzicht op de sterke stromingen de Sounds hier met zich meebrengen. Het water vormt zich in grote “ whirlpools” en het is uitermate gevaarlijk om hier met boten te varen, zwemmen is strikt verboden. You could see why. We rijden naar Elaine Bay, om daar zoals gewoonlijk ons kennende uit te stappen en een wandeling te doen. We hebben geluk – wederom is het prachtig weer. We lopen langs pijnbomen en natural forest, en na 20 minuten stuitten we op twee klapstoeltjes, daar neergezet door locals om uit te rusten en uit te kijken naar het prachtige uitzicht. Dit is uniek – prachtig – amazing. We zitten een halfuur in stilte naast elkaar en kijken uit over het water – luisterend naar het water en de vogels en niks om ons heen. Dit is paradijs. Dit is waar het om gaat. Dit is... super. Langzaam lopen we verder richting ons eindpunt – een bay 1.5 uur verderop. We komen daar twee Aussies tegen op hun honeymoon – ze hebben net gevist met een local en bieden ons verse vis aan. We zijn in onze nopjes, dat betekent lekker verse vis voor lunch! Maar eerst moesten we nog 1.5 uur terug lopen. De local schipper biedt ons een lift op zijn boot aan, waardoor we in 3 minuten terug zijn bij onze campervan. Over het water terug worden gebracht, is geweldig. Ik heb nooit nagedacht over het leven op een boot, maar ik kan de schoonheid nu ervan inzien. We rijden met de camper richting een lunchplek en ik begin de vis te bakken met wat kruiden. Het resultaat is een uitzicht op de Sounds, verse (gratis) vis en zon. Amai, het kan gewoon niet beter! Na deze geweldige lunch rijden we terug richting het begin van de Sounds, om daar op een normale camping te kamperen en een douche te nemen. De volgende ochtend vertrekken we naar de tweede ingang van de Sounds om wederom naar het uiterste puntje te rijden. De Sounds zijn bekend om hun windy roads, dus als je wagenziek wordt, ben je de pineut. De campervan zuipt bezine bij het leven met al deze steile heuvels, maar toch rijden we gestaag door over gravel roads naar het uiterste puntje van deze weg. We komen terecht in the middle of nowhere op een farm die een stuk grond aanbiedt als campingground. Het uitzicht – wederom – is onbeschrijvelijk mooi. We komen op tijd aan om op ons private beach te genieten van de laatste zonnestralen voordat we in het donker kunnen uitkijken naar alle mooie sterren. We duiken wederom in bed rond 19.00 uur. De volgende ochtend gaan we richting civilization, Picton. Zogenaamd zou het hostel waarin we verbleven super zijn, skip that, het was verschrikkelijk! Ik heb geen oog dichtgedaan omdat een vrouw in mijn kamer zo erg snurkte dat er gewoon niet doorheen te slapen was. Geen goed begin voor onze two day hike in Nelson Lakes. We stappen om 8 uur in de ochtend in de campervan om twee uur te rijden over een uitermate saaie weg naar het begin van de Nelson Lakes hike. We checken het weer bij een Doc centre, waar de vrouw aangeeft dat de wind rond 45 km per uur is, wat te doen is. Dit is van belang omdat deze wandeling bestaat uit het omhoog klimmen naar 1.800 meter hoge pieken en dan wandel je vervolgens op de rand van de bergen naar de hut waar we verbleven. Omdat het buiten het seizoen is, is de hut niet te reserveren en wie het eerst er is kan een bed krijgen. Daarnaast is er geen water, licht of gas dus we hebben alles mee. Ik loop wederom met mijn grote backpack omhoog. Deze keer is hij 14 kilo, dus dat is te doen. Ik ben binnen een uur boven, badend in het zweet terwijl James met moeite zich omhoog sleurt. Hij heeft geen grote backpack mee, maar een daypack omdat hij niet meer met de grote backpack wil lopen. Ik wil daarentegen genoeg warme kleren mee hebben, want het wordt hier -5 graden ’s nachts. We hebben goed weer, geen regen, maar ongeveer halverwege neemt de wind immens toe. De wind is zo extreem dat ik bang ben van de rand af te vliegen. Een deel van de wandeling is tevens beschadigd doordat grote rotsen naar beneden zijn gevallen, dus je moet je eigen weg hierdoor heen maken. Opzich niet erg, maar wel als je 70 km per uur aan wind hebt, je maar 65 km weegt, en je telkens moet bukken om niet weg geblazen te worden. Na 6 uur wandelen, had ik het gehad. Maar toen kwam de hut in zicht. Om een beeld te schetsen, er is een meer bij de hut en deze was half bevroren, zo koud is het. We zijn in totaal met 6 in de hut ’s avonds. We maken snel avondeten en duiken in bed. De volgende dag wandelen we via de benedenhike terug naar het carpark. Dit is via een rivier die vanuit het meer naar beneden loopt. Doordat de rivier overstroomt was, moeten we meermaals over het water steken en ik val een keer volledig in het water. Ik heb een mooie blauwe plek op mijn knie om deze wandeling te herinneren. Halverwege komen we terecht in een modderpoel en zakken we tot halverwege onze knieen in de modder. Na 6 uur stevig doorlopen, met zware hellingen komen we eindelijk aan bij het einde. Uitgeput maar voldaan rijden we naar een plek waar we vannacht vrij kamperen. Ik maak pannenkoeken en we slapen om 19.00 uur. De volgende dag rijden we naar Picton, waar we om 14.00 uur de ferry terug nemen naar het Noordereiland. Ik verblijf hier een aantal dagen in Wellington. Deze dagen zijn niet echt interessant, maar ik neem afscheid van mijn travelmaatje na 2.5 maand. Dat is minder leuk, maar ik maak nieuwe maatjes in het hostel. Ik bezoek het museum en zit in de Botanical Gardens. Een paar dagen later pak ik de Straybus van Wellington naar Auckland (10 uur) en nu ben ik in Auckland op mijn laatste dag in Nieuw- Zeeland. Voor nu.. Want ik heb het gevoel dat dit niet het einde is van NZ. Maar nu eerst maar even de laatste dag goed besteden en dan morgenochtend naar Australie!